Jan van den Bosch blijft altijd hoopvol: “Blijf kijken naar de grote Verkeersleider”
Hij is een gepassioneerd voorzitter van Mercy Ships Holland en als hij op de Africa Mercy is en al het menselijk leed ziet, laat hij niet zelden zijn tranen de vrije loop. “Het is belangrijk om met overgave te leven en je te laten raken. Ik zou niet willen dat mijn tranen opdroogden”, zegt Jan van den Bosch, die het veertigjarig jubileum van Mercy Ships viert op 5 oktober in de Basiliek in Veenendaal.
Mercy Ships is ontstaan uit een droom van Don Stephens – van Jeugd met een Opdracht – die in 1964 de orkaan Cleo op de Bahama’s meemaakt. Terwijl hij schuilt voor de storm, hoort Don een gebed dat zijn leven zou veranderen. Een gebed van een meisje dat bidt voor een varend ziekenhuis.
Uit die ervaring ontstaat Mercy Ships, een varend ziekenhuis voor de allerarmsten. In 1978 vindt Don een schip-de Anastasis- dat geschikt is voor de opdracht waar hij zich toe geroepen voelt, maar de financiën zijn een probleem. “Er was veel geld voor nodig”, vertelt Van den Bosch. “Ik was hoofd jongerenprogramma’s bij de EO en ik ontmoette Don. Ik was diep onder de indruk. Hij zei: ‘Ik heb nu 130.000 dollar nodig, anders gaat het project niet door’. Zijn verhaal raakte mij en toen heb ik dat geld via het bestuur van de EO kunnen regelen.” Het gevolg is dat Jan sindsdien nauw betrokken is bij Mercy Ships. Hij is er mateloos enthousiast over.
“De Afrika Mercy is uniek. Het is het enige varende ziekenhuis ter wereld, met 600 vrijwilligers aan boord. We kunnen medische zorg bieden aan mensen met ernstige lichamelijke afwijkingen zoals grote tumoren, zwangere vrouwen met problemen. Of kinderen met klompvoeten of een open gehemelte. Ook mensen die staar hebben en al tien jaar niet kunnen zien, zijn eenvoudig te helpen. Het is een prachtige missie en het gaat terug naar de opdracht Jezus, die we lezen in Matthëus 25 waar hij van ons vraagt om de hongerigen eten te geven en de naakten te kleden. Dus om ook mensen die geen toegang hebben tot medische zorg te helpen. Ons schip vaart langs de kusten van Afrika. Alle mensen worden geholpen, uit liefde en bewogenheid. En ze hoeven geen cent te betalen.”
“Door de jaren heen ben ik zelf een groot aantal keer aan boord geweest. Elke keer is weer bijzonder en ontroerend. Zeker als het schip op een nieuwe bestemming aankomt en een menigte mensen op de kade wacht om een kans te krijgen om geholpen te worden. Mensen die uit de binnenlanden komen en nog nooit een schip gezien hebben. Bijzonder om te zien dat ze het team aan boord hun leven toevertrouwen. Elke werkdag vinden er operaties plaats, wordt liefdevol hulpverleend. En zo komt er iets openbaar van de hoogte en de diepte van Gods liefde.” Jan heeft veel bewondering voor mensen die zich inzetten om te helpen. “Ik denk aan Tineke, een jonge verpleegkundige, die haar baan in het ziekenhuis opgaf om langere tijd aan boord te zijn. Onze medewerkers moeten zelf hun reis bekostigen, maar ook het verblijf aan boord betalen. En als ik hun motivatie zie, kan ik alleen maar stil worden.”
Het klinkt als een briljant concept, waarom wordt dit niet massaal overgenomen?
“Het is logistiek een enorm project. Gemiddeld werken er per jaar 1200 vrijwilligers aan boord. Ook is het logistiek niet makkelijk om in een Afrikaans land te werken. Daarnaast is het een financieel kostbare operatie. Maar God voorziet en zo bouwen we nu ons nieuwe, tweede schip dat niet alleen operaties gaat uitvoeren, maar nog meer een varend trainingscentrum wordt voor Afrikaanse artsen en verpleegkundigen. Dat kun je niet zomaar.
Wat zijn jouw mooiste ervaringen die je aan boord hebt gehad?
“ De meest aangrijpende ervaring was het ontmoeten van Rudolph. Een jongen van 9 jaar die stond te wachten aan de kade met zijn ouders. Zijn ouders waren van ver gekomen in de hoop dat hun zoontje geholpen zou kunnen worden. Rudolph had een enorm gezwel op zijn gezicht. Zo groot, dat hij niets meer kon zien. Ik was diep geraakt door het vertrouwen van de ouders dat God hun zoon zou helpen. Ik had het voorrecht om in de operatiekamer te zijn toen hij geopereerd werd. En heb het wonder gezien van iemand die een nieuw gezicht kreeg en daarmee een nieuw leven. Als Rudolph niet geholpen was aan boord van ons schip, dan zou hij nu niet meer in leven zijn. Inmiddels zijn 1 miljoen mensen geholpen door Mercy Ships.”
Is het voor jezelf ook gevaarlijk om mee te gaan?
“In Afrikaanse landen word je geconfronteerd met besmettelijke ziektes. Zo zouden we in 2014 in Guinee gaan werken, maar daar brak het ebolavirus uit. We zijn toen uitgeweken naar Madagaskar. We nemen geen risico’s. Het aspect van veiligheid en gezondheid is diep verankerd in onze missie. Ik heb een keer een hevige storm meegemaakt toen het schip op volle zee was. Dat was een angstige ervaring. “Ik heb toen wel wat schietgebedjes gedaan.”
Mercy Ships is een christelijke organisatie, delen jullie het evangelie?
“We streven ernaar om navolgers van Jezus te zijn en Zijn liefde handen en voeten te geven door hoop en genezing te brengen. We laten iedereen in zijn waarde. Naastenliefde is wat ons drijft. Zo staan we niet met Bijbels aan dek te zwaaien. De patiënten vragen vaak zelf waarom we hen helpen. Dan vertellen we over wat ons drijft en dat ieder mens kostbaar is voor God. Nu ligt ons schip in Guinee en over een paar maanden ben ik aan boord. Ik zie dan wat er gebeurt. Velen komen zonder God te kennen aan boord, maar verlaten de Africa Mercy met God in hun leven. We zijn absoluut niet bezig met zieltjes winnen. Zo helpen we veel ouderen met staar. En als deze mensen geholpen zijn en weer kunnen zien na vele jaren, dan loven en prijzen ze God. Wij leven in een welvarend land en hebben de verantwoordelijkheid om anderen in minder ontwikkelde landen te helpen. Ik vind het mooi dat wij de allerarmsten kunnen helpen.”
Hoe komt het dat deze verhalen je nog steeds blijven raken?
“Ik denk niet dat het mogelijk is om dit werk aan boord doen als je niet gepassioneerd bent voor je lijdende medemens. In de medische zorg in ons land is vaak de stelregel dat je je emoties aan de kant moet zetten om professioneel bezig te kunnen zijn. “Wat ik aan boord zie is dat onze vrijwilligers met hart en ziel en met veel overgave hun werk doen. Net als hen, wil ik geraakt blijven. Ik wil geen hart van steen krijgen.” Je kunt je voor je televisietoestel ergeren over wat er in de wereld gebeurd, een handje chips nemen en het daarbij laten. Je kunt ook een deel van je leven inzetten op bijvoorbeeld de Africa Mercy. Dat geeft zoveel meer voldoening.”
Wat zou je adviseren aan mensen die wel merken dat ze kouder en harder worden?
“Kijk niet naar de mensen om je heen, want dan zie je het vaak niet meer zitten. Kijk naar boven, naar de grote “Verkeersleider” en laat je leiden.”